Wat is de beste temperatuur om wijn te serveren?

Heerlijke wijn is een kunst op zich, van de keuze van de druiven tot het rijpingsproces en uiteindelijk het schenken in het glas. Maar wist je dat de temperatuur waarop je wijn serveert net zo belangrijk is voor de smaakbeleving?

Wat is het effect van warmte en koude op de smaakbeleving van wijn?

Te hoge of te lage temperaturen zijn nooit goed voor een wijn.

"Warmte versterkt de perceptie van zoetheid en alcohol van de wijn en onderdrukt zuurheid en bitterheid. Koude verhoogt daarentegen de perceptie van zuurheid en bitterheid van de wijn en onderdrukt zoetheid en alcohol."

Te koude wijn

verhult de aroma’s en fouten
verhardt en verzuurt witte wijn
versterkt het ruwe en raspende effect van de tannine in rode wijn.

Te warme (rode) wijn

geeft een alcoholwalm en branderigheid in de keel. Het verhult de finesse en verstoort de balans.

Welke temperatuur past best bij welk wijntype?

Het is dus belangrijk om te weten welke temperatuur het beste bij elk type wijn past om het meeste uit je wijnervaring te halen. Daarbij kan je volgende vuistregels hanteren:

8° Schuimwijn, zoete of versterkte witte wijn
10° Halfzoete of jonge droge witte wijn, complexe schuimwijn
12° Gerijpte en complexe droge witte wijn, rosé
14° Jonge, fruitige rode wijn (zonder houtrijping)
16° Krachtige droge of versterkte rode wijn
18° Gerijpte tanninerijke rode wijn

Enkele dos en don’ts:

Opletten bij ‘serveren op kamertemperatuur’: dit was van toepassing in een ver verleden wanneer het in huis veel kouder was dan vandaag.
Wijn die in een restaurant in de verbruikszaal staat, zal meer dan waarschijnlijk veel te warm zijn. Vraag liever een fles uit de kelder of de wijnkoelkast.
Thuis een witte of rosé wijn koelen doe je best in de (wijn)koelkast of in een emmer met water en ijs. Absoluut te vermijden: de diepvries.
Witte en rosé wijn worden aan tafel vaak koel gehouden in een ijsemmer. Echter, pas op dat de wijn niet te koud wordt. Hij wordt dus best regelmatig in en uit de ijsemmer gezet, om de temperatuur op het ideale peil te houden.
Ook rode wijn kan baat hebben bij koelte, en dan vooral in de zomer. De koelkast en de ijsemmer zijn in het algemeen echter te bruuske methoden voor rode wijn. Best hou je de wijn zo lang mogelijk in een koele kelder of wijnkoelkast, om hem pas kort voor het serveren eruit te halen.
Af en toe kan het ook nodig zijn om wijn wat op te warmen. Doe dat niet bruusk, want dat kan de wijn beschadigen. Beter is om hem langzaam op temperatuur te laten komen.
Het is sowieso aangeraden om wijn iets koeler te schenken dan de aanbevolen temperatuur, omdat wijn, eens uitgeschonken, snel opwarmt in het glas, en afkoelen kan dan niet meer.
Hou je wijnglas niet vast bij de beker, want door de warmte van je hand gaat wijn (te) snel opwarmen. Beter is je wijnglas vast te houden bij de steel.

Santé!

Deel dit bericht